Peren zijn heerlijk maar dan wel als iemand anders ze voor mij heeft geschild en in partjes heeft gesneden. Zo ben ik dan ook wel weer. Dat is geen luiheid. Dat is omdat ik gebukt ga onder de perensap-loopt-mijn-mouw-in handicap.
Echt altijd! En daarom heb ik een hekel aan peren eten. Dus dit recept begint anders dan anders.
Laat iemand anders 4 stevige rijpe peren schillen. Door de helft, klokhuis eruit en dan een ‘waaier’ snijden. Je weet wel, zoals je ook met een augurk doet als je die ter versiering ergens bij legt.
Een ovenschaal goed met boter insmeren en de peren erin. Beetje uitwaaieren. Leg er vier kaneelstokjes tussen en een paar kruidnagels.
Maak een mengsel van 5 eetlepels bruine suiker met 1 1/2 theelepel kaneel en een klein beetje nootmuskaat. Bestrooi de peren hiermee.
Leg op iedere perenhelft een klein stukje roomboter (formaat halve theelepel) en zet de vorm 20/25 minuten in een oven van 180 graden.
Als de vorm uit de oven komt schenk je 150/200 ml bruine rum over de peren en zet de schaal nog 5 minuten terug.
Warm serveren met een lekkere dikke dot slagroom of vanille-ijs. Of allebei.
Gelukkig, ik ben niet de enige met een perensap-loopt-mijn-mouw-in handicap. En peren zijn zó ontzettend lekker.
Wat een heerlijke verrassing dit recept. Zelf maak ik ook vaak gepocheerde peren met daarbij schotsen van pure chocolade of wat gedroogd fruit in chocolade gedoopt. Maar je hebt me weer glansrijk verslagen met dit geweldige en vooral ook snelle en makkelijke recept. Heb i.p.v. nootmuskaat, waar ik altijd heel voorzichtig mee ben, wat kardemom gebruikt. En helaas een quenelle, die wat minder calorierijk was dan in het recept voorgesteld. Maar het was verrukkelijk; reuze bedankt!!!!!!!!!!