Er zijn heel wat versies van een fijne auberginelasagne maar ik moet zeggen dat dit zeker één van de favorieten is. Lekkerder dan de versie met mozzarella en hele plakken gegrilde aubergine. Gewoon lekkerder. Natuurlijk deed DeMan weer een klein beetje eigenwijs maar dat pakt vrijwel altijd heel goed uit. Het originele recept uit het prachtige boek Tomaten van Jenny Linford is een ietsje pietsje anders maar niet veel dus ik vertel je gewoon wat DeMan ervan maakte.
Voor twee personen:
Snij een aubergine in kleine blokjes en bak die in een koekenpan met wat olie tot ze zacht en bruin zijn.
Snipper een ui en snij een teen (of twee) knoflook heel fijn. Smoor die in wat olie samen met een fijngesneden rode paprika. Na een minuut of 5 doe je er twee blikken tomatenblokjes met het sap bij en de aubergineblokjes. Doe er ook nog een half bouillonblokje in, een theelepel gedroogde oregano, een klein glaasje witte wijn en de naaldjes van een takje rozemarijn. Liefhebbers (wij dus) doen er ook nog een mespuntje pimenton of pikante paprikapoeder in. Laat zachtjes sudderen zonder deksel op de pan tot het wat is ingedikt. Net voor je het gaat gebruiken schep je nog een hand verse basicilumblaadjes.
Dat duurt ongeveer een kwartiertje. In dat kwartiertje maken we een bechamelsaus van 25 gram bloem, 25 gram boter en 3 dl melk. De oven staat ondertussen op 175 graden (heteluchtoven). In een grote ovenschaal schep je vervolgens een beetje auberginemengsel en daar leg je de lasagnevellen op. Beetje bechamel erover en weer wat aubergine, lasagne etc. Tussendoor hier en daar wat parmezaan en we eindigen met bechamel en parmezaan.
De schaal gaat zo’n 30 minuten in de oven en als je de bovenkant iets bruiner wilt zet dan de oven na 30 minuten nog zo’n 10 minuten op 200 graden. Maar pas op want het gaat snel. Zie het puntje van het lasagnevel rechtsboven op de foto. Dat puntje was zo eigenwijs om boven de bechamelsaus uit te gluren.
De recensie van Tomaten lees je op Kookboekennieuws. Een heerlijk boek!
1 gedachte over “Auberginelasagne uit het boek Tomaten”