Twee prutjes (zeg maar prutten) voor op een heerlijk vers stukje ciabatta. We beginnen met de aubergineprut. Die moet je ook even onthouden voor de zomer als de BBQ toch nog staat te gloeien.
Want je kunt dit in de hapjespan maken zonder de aubergine eerst te roosteren maar je kunt ook met roosteren beginnen en dat is dus erg fijn als de BBQ toch in gebruik is.
Schil een dikke vette aubergine (in dit geval is schillen echt noodzakelijk) en snij hem daarna in dunne plakken. Deze plakken roosteren en daarna in kleine blokjes snijden.
Dat roosteren is een extraatje en hoeft niet. Je kunt het ook in de koekenpan bakken. Snij dus die geschilde aubergine in kleine blokjes en bak die in flink wat olie. Erbij gaan wat kleingesneden teentjes knoflook naar smaak en een mespunt chilipoeder.
Lekker bruin bakken en zo nodig nog olie erbij. Als ze gaar en bruin zijn zet je het vuur laag en doe je een deksel op de pan. Fijn nog even smoren en smoren tot het door en door gaar is.
Fijnprakken met een vork en smeren op een stukje brood en de overtollige olie daar kun je je brood in soppen. Een delicatesse!
Tweede prutje is zo onwaarschijnlijk fijn dat het niet alleen gemaakt wordt voor op een stukje brood bij de borrel of vooraf maar ook gesmeerd wordt op een vers broodje om er daarna een plakje kaas op te knallen en dan waanzinnig te smullen.
Oh wat vind ik dit een verrukking. Je hebt wel een keukenmachine nodig om de boel fijn te malen. Of een staafmixer met een hakbakje.
50 gram rucola met 25 gram walnoten, 2 teentjes knoflook, 40 gram roomboter (zacht) en een flinke scheut olijfolie. Dat maal je tot prut in de keukenmachine.
Daarna roer je er 25 gram versgemalen parmezaan doorheen.
Mensen, mensen, mensen. Wat een verwennerij.