Met recept: Penne met bloemkool en spekjes
Wie kent hem niet? Dat zullen niet veel mensen zijn, want Jeroen Meus, de Belgische kok en televisiepresentator van Dagelijkse kost, met kookfilmpjes waar je verslaafd aan kunt raken als je ze een paar keer gezien hebt, is heel populair. Gelukkig staan er veel van zijn kookfilmpjes op de website van de Belgische TV-zender en kun je ze vrijwel allemaal terugkijken. Jeroen Meus presenteert al sinds 2004 alle mogelijke culinaire TV-programma’s, zwaait met de pollepel in zijn eigen restaurant Luzine, geeft kookworkshops en doet nog veel meer. En nu is er dan Dagelijkse kost. Mijn 200 klassiekers. Een selectie uit eerder gepubliceerde kookboeken inclusief alle klassiekers uit de Vlaamse keuken.
Dit boek is een dikke hardcover met prachtige foto’s en een logische indeling. In de index staat met een klein tekentje al aangegeven welke recepten glutenvrij en lactosevrij zijn, maar Jeroen Meus weet ook te vertellen hoe je vrij simpel een gerecht omzet naar gluten- of lactosevrij. Het boek begint met Basisbereidingen en dan volgen de hoofdstukken Vlees, Gevogelte, Vis, Veggie, Salade, Pasta, Soep, Dessert, Gebak en Hap & Snack. Heel handig is het register aan het einde van het boek waar je aan de hand van de hoofdingrediënten een recept kunt opzoeken. Het boek eindigt met de pagina’s Plezant = Leuk, oftewel een verklarende woordenlijst. Niet overbodig want heel veel Vlaamse woorden zijn niet direct te herleiden naar de Nederlandse betekenis. Dagelijkse kost. Mijn 200 klassiekers is een kookboek met heel veel inspirerende recepten voor iedere dag. Inderdaad, zoals de titel al zegt, dagelijkse kost maar ook af en toe een wat luxer gerecht geschikt voor een fijn diner.
Penne met bloemkool en spekjes
VOOR DE PASTA, GROENTE EN SPEK: 500 g penne; 250 g gerookt spek (dunne plakjes); 1 bloemkool; een scheutje olijfolie; zout
VOOR DE KAASSAUS MET MOSTERD: 50 g boter; 50 g bloem; 1 l melk; 1 eetlepel scherpe mosterd; ½ citroen; 50 g gemalen kaas (bv. Emmentaler of gruyère); 150 g karaktervolle kaas van zachte zuivel (bv. Langres du Plateau); nootmuskaat; peper en zout
VOOR DE AFWERKING: ½ busseltje bladpeterselie; eventueel wat extra gemalen kaas
EXTRA MATERIAAL: zeef
Breng de melk in een grote pot aan de kook op een matig vuur. Verwijder het loof van de bloemkool en snij de ‘bloem’ in kleine roosjes. Gaar ze in de kokende melk gedurende 7 tot 10 minuten. Zeef ze nadien uit de melk en bewaar het kookvocht om straks de witte saus te bereiden.
Snij (naar keuze) het zwoerd van het spek en snij de lapjes in reepjes van een halve centimeter breed. Verhit een scheutje olijfolie in een braadpan en bak de reepjes goudbruin krokant. Laat ze nadien uitlekken op keukenpapier.
Breng een grote hoeveelheid water aan de kook, strooi wat zout in het kokende water en gaar de penne tot ze nog voldoende beet hebben (1 minuut minder dan op de verpakking staat aangegeven). Laat de penne uitlekken.
Bereid de bechamelsaus in een grote pot en doe dat volgens de richtlijnen op p. 28. Gebruik wel de melk waarin de bloemkool heeft gegaard. Zet het vuur uit of neem de pruttelende saus weg van de kookplaat. Strooi de gemalen kaas erin en roer tot alles is weggesmolten. Voeg vervolgens blokjes van de tweede kaas toe en roer opnieuw. Schep de scherpe mosterd in de saus en knijp er een klein scheutje citroensap in. Dat geeft de saus wat extra smaakdiepte. Roer en kruid de saus met een peper van de molen, een snuifje zout en wat versgeraspte nootmuskaat. Proef tot de smaken goed zitten. Schep de gare penne in de saus, gevolgd door de gekookte bloemkoolroosjes en de krokante spekjes. Roer voorzichtig.
Snipper de blaadjes van de bladpeterselie matig fijn. Roer ze doorheen het pastagerecht en serveer meteen. Serveer er wat extra gemalen kaas bij voor de liefhebbers.
De hoofdletters in de recepten storen mij een beetje. Net als de aanduidingen g in plaats van gram en l in plaats van liter. Maar dat is persoonlijk.
Een heerlijk gerecht en simpel te maken. Jeroen Meus verwijst hier en daar terug naar de basisrecepten in het boek, zoals hier de bechamelsaus. Wat de kaassoorten betreft kun je uiteraard kiezen wat je wilt en hoef je je niets aan te trekken van de specifieke soorten die hij noemt.
Jeroen is een stevige eter. Dat blijkt uit de hoeveelheden want bij pastagerechten neemt hij steevast 500 gram pasta. En dat is echt wel een beetje aan de ruime kant voor vier personen.
Heel af en toe kom je een recept tegen dat ik de doorsnee Hollander nog niet zo snel zie maken. Kervelsoep met witte pens bijvoorbeeld. Het gros van de recepten is echter zeer geschikt voor de doordeweekse dag en de meer bewerkelijke zijn voor het weekend. En het leuke is dat je altijd het bijbehorende filmpje kunt opzoeken op internet zodat je eerst kunt kijken hoe Jeroen Meus het gerecht maakt. Een heel fijn en zeer smakelijk boek om heel vaak uit te koken.
Deze recensie is eerder verschenen op Hebban.