Na het lezen was het onvermijdelijk dat we vandaag de Kantonese Nasi uit het boek Hemelse Dochter van Lesli Lee maken. Zoals gewoonlijk pasten wij het recept een beetje aan. Het geheim van een mooie losse nasi zit in twee dingen. Ten eerste moet de rijst helemaal koud zijn. Ten tweede bak je de verschillende zaken apart van elkaar voor je het tot één geheel omschept. Wij maken een grote pan want het kan prima ingevroren worden en een zo’n maaltijd in de vriezer komt altijd van pas. Doe 1 eetlepel (pinda)olie in de wok tot die borrelt. Roerbak 1 ei zo’n 20 seconden en haal het uit de pan. Weer een eetlepel olie erin en roerbak dan 1 fijngesneden ui en 1 ons geschipperde selderij. Uit de pan ermee. Weer een eetlepel olie en roerbak 1 ons hamblokjes en 1 ons gekookte garnalen. Uit de pan alweer. Nu 2 eetlepels olie en 750 gram gekookte rijst (= 375 gram ongekookt) goed losbakken in de wok tot het door en door warm is. Dan gaat erbij: 1 theelepel zout, 1 ons erwtjes uit de vriezer, 3 stengels gesnipperde bosui, 4 eetlepels sojasaus en alles wat we eerder gebakken hebben. Nog even goed doorwarmen en serveren met een lekkere saté en een schaaltje fijngesneden augurkjes. Een koel biertje staat vanzelfsprekend al op tafel.
Oh ja, in het recept staat 1 ons selderij (bleekselderij dus) maar vanwege een kleine communicatiestoornis tussen kok en boodschappenhaler hadden wij groene bladselderij. Derhalve de selderij geheel weggelaten. Het was geen gemis.
nassi lijkt me lekker, maar ik zie nu pas je nieuwe plaatje! daar waren wij ooit.. echt! en heel gelukkig!