Voor dit heerlijke gerecht kun je varkensfiletlapjes gebruiken maar die zijn soms wat aan de dunne kant. Beter is het om karbonade te kiezen. Zonder bot uiteraard. Snij het karbonadevlees in grote dobbelstenen en haal ze door wat bloem waar peper en zout doorheen gemengd is. Slimme truc weten? Doe de bloem in een plastic zak (zo één voor de kleine vuilnisemmer) en doe er het vlees bij. Goed dichthouden en even flink schudden. Bak de karbonadestukjes lekker bruin in een grote pan en schep ze daarna even in een schaal. Om te zorgen dat ze goed bruin worden kun je dit beter in twee of drie porties doen. Doe daarna nog een scheutje olie in de pan en bak er een fijngesneden ui goudbruin in. Doe er dan een in partjes gesneden appel bij (schillen hoeft niet) en bak die even een paar minuten mee. Giet er dan 300 ml bouillon in en schrap alle aanbaksels van de bodem los. Nu kan de karbonade er weer bij, wat laurierblaadjes en een eetlepel grove mosterd. Goed roeren, aan de kook brengen en 15 tot 20 minuten laten prutten. Als het nodig is kan er altijd nog wat bouillon bij. Garneren met fijngesneden peterselie. Lekker met rijst en een groene groente en een koele rosé.
ik zou graag willen weten hoeveel karbonades?.
en voor hoeveel pers het is.
@ Carla. Je hebt gelijk. Dat had wat duidelijkere gekund. Er is hier sprake van 1 appel en vier kabonades. Neem je varkensfiletlapjes hou dan zo’n 125 gram per persoon aan.