Het recept van kipstoof met bakbanaan kun je over het hele internet in veel variaties vinden. De allerleukste om naar te kijken is die van Melissa Clark, culinair journaliste van de NY-Times. Haar stem en vooral de handgebaartjes zijn onbedoeld ernstig grappig. Kijk het filmpje eerst eens met geluid en dan nog een keer zonder. Ik word er vrolijk van. Overigens is het maken van dit gerecht na het zien van dit filmpje en de beschrijving hieronder een makkie.
Onze versie van dit overzalige pittig/zoete gerecht krijg je in onvervalst Nederlands zonder handgebaartjes.
Voor twee personen namen wij vier kippendijfilets. Twee gewone kipfilets, kippenpoten of dikke drumsticks kunnen uiteraard ook. Maak een mengsel van een halve theelepel gemalen komijn en een mespunt chilipoeder, een theelepel gedroogde oregano, flink wat peper en zout, een klein beetje sinaasappel- en limoenrasp en wat olie. Smeer hier de kip mee in en laat minstens een paar uur (of een nacht) intrekken.
In een grote braadpan bakken we de kip flink bruin aan alle kanten in neutrale olie. Uit de pan halen en in hetzelfde vet (eventueel nog wat olie erbij) bakken we de plakjes bakbanaan. Eentje is echt genoeg. Bruine banaan kan ook uit de pan en dan smoren we een grote ui, een paar tenen knoflook en een rode paprika die allen in kleine stukjes gesneden zijn. Na een minuutje of 10 deden wij er een half blik tomaten bij (met wat sap), het sap van de sinaasappel en wat water met een bouillonblokje. tot de alles net onder staat. Dan kan de banaan er weer in en gaan we de zaak een klein half uurtje smoren op laag vuur met het deksel op de pan.
Vlak voor het serveren kan er nog wat limoensap door. Melissa Clark doet er ook nog in plakjes gesneden groene olijven bij en fijngesneden koriander. Dat deden wij niet. Wij vonden platte peterselie een beter idee. Erg lekker met pikante rijst.
Hier het filmpje met Melissa Clark. Let niet op haar hoeveelheden want haar versie is voor 4 tot 6 personen.
Makkie. Lekker om te maken en dan met wilde rijst en sla.
Inderdaad die hándjes hi hi hi