Bouillon zelf maken is leuk en vooral heel erg lekker. Alhoewel ik ook geen bezwaar heb tegen een bouillonblokje van goede kwaliteit. Deze keer had ik geen zak met restjes en schillen in de vriezer. Je kent dat wel. Alle afsnijsels tot en met de schillen van uien toe doe je in een plastic zak in de vriezer. Je blijft aanvullen tot je genoeg hebt om een fijne bouillon te trekken.
We gaan een pittige en kruidige groentebouillon maken. Ik had bij de groenteboerin o.a. een knolselderij gekocht. Dat bleek een knolselderij van 1,2 kilo te zijn met een enorme bos knapperig verse selderij er nog aan. Je weet wel, dat heerlijke groen dat ze er in de supermarkt vaak afsnijden terwijl het een overheerlijke smaakmaker is. Dus er was enorm veel selderij. Dikke stengels en veel blad. De helft ging met een vriendin mee die het heel fijngesneden door de Surinaamse bami doet. De andere helft sneed ik fijn en deed ik in de pan met daarbij een dikke winterwortel in plakjes, een rode paprika in stukken, een prei in stukken, een ui in grote stukken en dan het belangrijkste, de kruiden en specerijen.
Want die bepalen voor een groot deel de smaak van de bouillon. Ik had een stukje foelie (ja, haal dat nou ook eens een keertje in huis) en verse rozemarijn en tijm alsmede laurierblad. Niet zuinig mee zijn. En dan ta ta ta ta … een kleine eetlepel zwarte peperkorrels. Ik deed er ook nog een flinke theelepel sechuanpeper in en een steranijs. Als laatste een halve eetlepel zout. Water erbij tot de groente net niet onderstaat. In mijn geval was dat een liter. Deksel op de pan en pruttelen.
Groentebouillon hoeft niet zo heel lang te pruttelen. Met een uur is het wel gepiept. Dan een zeef boven een schone pan en hup alles erin. Laat eerst maar eens een kwartier uitlekken en dan gaan we met de bolle kant van een lepel de groente flink aandrukken want dan komt er nog heel veel bouillon en smaak uit.
Ik had iets meer dan een liter bouillon en vroor dat in porties in. Je kunt makkelijk meerdere kleine porties tegelijk uit de vriezer halen en op die manier heb je nooit teveel.
En onthou dit: gebruik nooit koolsoorten in een bouillon. Behalve bloemkool. Kool zorgt voor een gaarkeuken geur en smaak. Gooi die restjes maar in de gft-bak.
Variaties: Geef je bouillon eens een Aziatische smaak door er een gekneusde stengel citroengras, djeroek poeroet en een stuk gember in te doen. Ook fijn is het om te variëren met kruiden zoals venkelzaad of korianderzaad. Zelf bouillon maken is verslavend.