Dat goede vrienden op bezoek komen en zelfgemaakte limoncello en zelfgebakken speculoosjes meenemen. Dat zijn dagen met een gouden randje. De foto van de speculoosjes is ook gemaakt door de bakker en gelukkig is het gelukt om ook het recept los te peuteren.
Het fijne van deze koekjes is dat ze niet zo zoet zijn en bomvol vezels zitten. Ze zijn heerlijk en je hebt toch het idee dat je op een verantwoord koekje knabbelt.
Dat heb ik altijd graag. Op iets lekkers knabbelen zonder schuldgevoel. Niet dat ik nou erg veel last heb van schuldgevoel. Dat niet. Maar toch.
Op een drukke dag kun je deze koekjes ook snel bakken want het deeg maak je een dag van te voren. Kunnen de smaken goed intrekken. Meng 100 gram roomboter met 100 gram bruine basterdsuiker, 3 theelepels bakpoeder, 1,5 koffielepel (iets groter dan een theelepel) speculaaskruiden of koekkruiden, 2 eetlepels melk, 200 gram volkorenmeel en 35 gram zemelen.
Mooi deeg van kneden en in plastic verpakt in de koelkast leggen. Volgende dag rol je het uit en maak je koekjes in de gewenste vorm. Op de bakplaat en ik denk zo’n tien minuten tot een kwartier op 170 graden.
Want van zo’n onvolprezen hobbybakker krijg je dan wel de ingrediënten maar niet hoelang ze op hoeveel graden de oven in moeten. Maar voor de ervaren koekjesbakker is dat geen probleem.
Update: Nagekomen bericht. 12 minuten op 175 graden. Ik herhaal: 12 minuten op 175 graden.
Ik had altijd begrepen dat speculoos een Vlaams koekje is op basis van caramel en ’n snufje kaneel. De typische koekkruiden-specerijen in speculaas zijn een Nederlandse uitvinding uit de tijd van de Oost-Indische Compagnie. Het zijn dus 2 heel verschillende koekjes en jouw recept lijkt in dat geval meer op speculaas dan speculoos.
Dat was in vroeger tijden misschien. Tegenwoordig is een speculoosje eigenlijk een speculaasje maar dan met minder suiker.