Misschien noem je dit relish. Ik noem het prut. Er is geen goed Nederlands woord voor relish. En een chutney is het ook niet want dat is toch meer fruitig. En een relish is meer groenterig. Denk ik dan. Dus om het hele vraagstuk wat het nou eigenlijk is te omzeilen noem ik het prut. Een lekkere pittige prut waar je veel mee kunt variëren. Zorg voor goed gesteriliseerde potten.
Ingrediënten:
Olijfolie
500 gram fijngeraspte wortel
1 fijngesnipperde ui
2 knoflooktenen
3 theelepels gemalen komijn (djinten)
3 theelepels gemalen koriander
225 gram bruine suiker (lichtbruin of wit mag ook)
125 ml witte wijnazijn
2 theelepels zout
2/3 chilipepers
Verwarm een scheut olie in een pan met dikke bodem en doe er de wortel, de ui, de knoflook (uit de knijper) en de specerijen in. Op middelhoog vuur laten smoren tot de wortel zacht is.
Doe er dan de suiker bij en laat die oplossen. Zet het vuur nu laag en laat 30 minuten zachtjes pruttelen met het deksel op de pan. Af en toe omscheppen. Het geheel moet slinken en een beetje kleverig worden.
Doe er nu de azijn, het zout en de heel fijngesneden chilipepers bij. Goed omroeren en 1 minuut op hoog vuur laten doorkoken. Nu mag het weer laag en laat dan nog een kwartier pruttelen.
Het kan nu in de nog warme gesteriliseerde potten.
Je kunt experimenteren met specerijen door bijvoorbeeld de koriander en de komijn te vervangen door garam masala en gember. Of gebruik eens za’atar of ras el hanout. Hoe pittig het is bepaal je door de soort chili die je kiest en natuurlijk door de hoeveelheid. De gekozen chili zorgt ook voor een beetje andere kleur. Wil je het heel pittig gebruik dan 6/7 rawits.
Deze prut is overal lekker bij. Niet alleen bij gegrild vlees of vis maar een schepje bovenop een boterham met kaas of bij een gebakken ei is ook niet te versmaden.